Kees de Groot in Reformatorisch Dagblad 16 februari 2010

Een parlementaire enquête naar de inval in Irak, politiek intriges, dubbele agenda’s, dealen en wheelen en gewetensnood bij politici en ambtenaren. Ingrediënten die van ”De Blancke Lelie” een spannende pageturner maken.
Het boek volgt een team van hooggeplaatste ambtenaren die druk bezig zijn om te regelen dat Nederland militaire steun verleent aan de ophanden zijnde inval in Irak. Harry Bodewes is de spilfiguur in het groepje, dat er niet voor terugdeinst collega’s onder druk te zetten om hun juridische bezwaren tegen de oorlog te verzwijgen en het parlement slechts op zeer verhullende wijze te informeren.
Jaren na de inval in Irak neemt de commissie-Davids het optreden van de zogeheten coördinatiegroep onder de loep. Bodewes, die zich als manusje-van-alles steeds gewetensvol en handig van zijn taken heeft gekweten, wordt door zijn collega’s tot zwart schaap gebombardeerd. Alle verwijten die de coördinatiegroep treft, landen op zijn bordje.
Zijn loyaliteit maakte hem tot ideale zondebok, leggen zijn collega’s hem achteraf uit. Ze beloven hem een mooi vervolg op zijn carrière als de rust is weergekeerd.
Op de commissie-Davids volgt een parlementaire enquête. Dankzij handig politiek spel van de PvdA komt ook die tot de conclusie dat het kabinet niets te verwijten valt.
Hoewel grotendeels fictie, geeft het boek een onthullend en waarheidsgetrouw inkijkje achter de schermen van de politieke besluitvorming. Levensecht geschreven. Maar door het grove taalgebruik toch geen aanrader.

http://www.refdag.nl/artikel/1462899/De+Blancke+Lelie.html

Frits Alsemgeest:
Zoals eigenlijk iedereen weet is Nederland de Irak-oorlog (2003) ingerommeld. Over het hoe bestaat nog steeds onduidelijkheid. Met een bijna lachwekkende hardnekkigheid is door Balkenende, de naamgever van vier achtereenvolgende kabinetten, verzet geboden aan onderzoek naar wat er achter de schermen richting die inrommeling is gebeurd. Terwijl in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, toch dé drijvende krachten achter die oorlog, wel onderzoek plaatsvindt, is in Nederland dat onderzoek overgelaten aan journalisten. Het onderzoeksprogramma van de VPRO en de VARA, Argos, heeft daarbij vooropgelopen. Tot het voorjaar 2009, toen de dijken dankzij de Eerste Kamer op doorbreken stonden, heeft Balkenende de vlucht naarvoren gemaakt door de commissie-Davids te installeren. De verwachting is dat in januari aanstaande het rapport van deze commissie zal verschijnen. Ik heb groot nieuws: De commissie Davids kan er onmiddellijk mee ophouden en ook een Parlementaire Enquete Commissie, die ongetwijfeld na het rapport van de commissie-Davids zou moeten worden ingesteld, omdat dat rapport lang niet op alle vragen een antwoord zal geven, behoeft niet te worden ingesteld. Onlangs verscheen ‘De Blancke Lelie’, de debuut-roman van Felix Monter. Deze roman baseert zich op verifieerbare historische feiten en gegevens die door journalisten boven water zijn gehaald. De auteur bouwt rond die gegevens z’n roman: hoe binnen de Haagse stolp d.w.z. in het Torentje, binnen de betrokken ministeries, op het Binnenhof, in de kroegen en de sociëteit ‘De Witte’ rond het Plein in Den Haag, achter de schermen die feiten kunnen zijn ontstaan. Daarnaast spelen de privé-levens van twee hoofdpersonen een rol in ‘De Blancke Lelie’. Het grote nieuws is dat de roman niet stopt bij de instelling van de commissie-Davids, maar doorgaat tot in 2010. Dus niet alleen de eindrapportage van die commissie, maar ook die van de Parlementaire Enquete, die daarop volgt, meeneemt. Wat deze roman zo geloofwaardig maakt, is de volstrekt overeenkomstig de regels van de Haagse ambtelijke wereld geschetste apenrots annex slangenkuil. Ik ben jaren gemeente-ambtenaar geweest en uit de contacten met collega’s van de ministeries wist ik één ding: ik kon al nauwelijks voldoen aan de op stadskantoren geldende mores, aan die op de ministeries zou ik zeker niet kunnen voldoen. Wat deze roman tot het eind zo spannend maakt, is niet alleen de voortdurend knellende vraag hoe de hoofdpersonen nu weer beroepsmatig én persoonlijk in, uit en weer in de nesten gewerkt worden en/of zichzelf werken. Het kijkje dat de roman de lezer biedt in de nabije toekomst is een minstens evengrote pageturner. Daarom ook dat ik de betrokkenen in Den Haag graag adviseer de bomen te sparen die nodig zullen zijn voor het drukken van het rapport van de commissie-Davids én ons het politieke gedoe, de inspanningen, de TV-zendtijd te besparen, die nodig zullen zijn voor een Parlementaire Enquete Commissie naar de Nederlandse deelname aan de Irak-oorlog. De 313 pagina’s van ‘De Blancke Lelie’ maken volstrekt helder hoe het Konminkrijk der Nederlanden de Irak-oorlog is ingerommeld. De lelie -en zeker een blanke- staat symbool voor onschuld en zuiverheid. Felix Monter is een pseudoniem; een naam die de suggestie in zich heeft van gelukkig en vrolijk. Dat de lezer na de laatste zin van ‘De Blancke Lelie’ niet wanhopig geworden door zoveel politiek en ambtelijk gedraai naar de depressiva grijpt, maar monter het boek sluit, is een compliment waard !
 

Jorden D. van Foreest:
Ik heb het uit! Een dik boek voor mijn doen maar spannend tot het einde. Dat staat niet alleen op de achterflap maar het is echt waar. Indrukwekkend karwei is dat, zo'n zwaar gedocumenteerde roman waarin je nauwelijks werkelijkheid van fictie kunt onderscheiden. Het tempo wordt er aardig ingehouden en wat betreft de tijdschaal kijk je maar heel af en toe even terug in de zin van 'wanneer was het ook alweer?' En dat de Molkenboer eerst met VUT en daarna weer gezellig bij de groep zit, moet kunnen. Hij heet per slot van rekening Molkenboer. En dan de timing: had nauwelijks beter gekund. Davids is nog lekker bezig, ook al zal hij nu iets moeten verzinnen om te vermijden dat straks zijn rapport naadloos aansluit bij De Blancke Lelie. Ik zou vast een standje aanvragen bij Nieuwspoort als Davids zijn rapport presenteert. Het heeft trouwens een hele poos geduurd voor ik begreep waar de titel vandaan kwam. Ik had het kunnen weten! Qua timing natuurlijk ook goed nu de discussie over Urugstan binnen het kabinet woedt - je kunt vast beginnen aan je tweede roman: De Gele Roos'! En tot overmaat van ramp gaat Ramses Shaffy ook nog dood. Hij zal de Blancke Lelie niet meer gelezen hebben.