We hebben afgesproken pal na zijn training. Natuurlijk zijn we erg op tijd zodat we Bart nog bezig zien met zijn laatste rondjes. Een prachtig botergeel pak met blauwe klavers-vier. Hij lijkt aan het uitrijden: brede halen, het rustbeen blijft lang hangen. Hij zweeft de zwoegende anderen voorbij. Hier is iemand uit een andere wereld in ons midden. Ondanks onze goede voorbereiding worden we toch een beetje zenuwachtig. Die zenuwen verdwijnen al na twee minuten praten. Op het ijs is Bart een topper, aan tafel een heel aardige man.
Het viel ons op dat je niet op klappers reed.
'Dat is tegen de luiheid in de dijen. Op klappers kom je in de verleiding om lekker makkelijk op de klap te gaan leunen.’ Hij zwaait hierbij een arm breed uit en maakt een strekkende beweging met hand en vingers. ‘Je verwaarloost dan je bovenbeenspieren, en daar moet de echte arbeid toch vandaan komen. De klap is meer om tegemoet te komen aan de natuurlijke enkelstrekking. Daarom train ik op klassieke Noren.'
Op je web-site laat je weten dat er een opbouw zit in je seizoenen. In welke fase ben je nu?
'Ik heb net de opbouwfase met alleen duurwerk achter de rug. Sinds twee weken werk ik aan de snelheid.' Conrad en je vader hebben het vaak over lactaatmetingen. Controleer je ook nog op andere manieren hoe je er voor staat? 'We letten ook op de snelheid, dus met rondetijden. We meten het vermogen; op de fiets en in het krachthonk zijn meters gemonteerd, daar lezen we het aantal Watt af. En we houden de hartslag bij. Dus vier soorten metingen die we bij elkaar leggen.'

B.V.
Je hebt een hele staf om je heen. Zijn die mensen allemaal bij jou in dienst?
'Conrad Alleblas, mijn manager, is volledig in dienst. Frits Hepkema, de fysiotherapeut, is in dienst tijdens het seizoen, dus 7 maanden per jaar. Inspanningsfysioloog Adrie van Diemen, sportarts Peter Verstappen en sportpsycholoog Hardy Menkenhorst betaal ik voor elke keer dat ik ze inschakel. Mijn vader treedt op als coach tijdens World Cup, EK en WK. En verder werken we samen met Marnix ten Kortenaar, Vadim Sajutin, een Rus, en met Daniel Viten, een Zweed. Die laatste twee zijn jonge jongens; ze komen op eigen kosten naar ons trainingskamp en kunnen dan gebruik maken van onze faciliteiten en ervaring. Ik hoop dat volgend jaar het team weer in zijn geheel kan worden gesponsord. Het grote probleem is dat de ISU niet toestaat dat schaatsers van dezelfde nationaliteit in verschillende wedstrijdpakken aan de start verschijnen. Dat staat een toekomst met internationale ploegen in de weg. Omdat ik de enige Belgische schaatser ben op EK's en WK's, mag ik daar van de Belgische bond rijden in het pak van mijn sponsor.'
Zo’n staf is een hele verantwoordelijkheid. Is het niet lastig om steeds in onzekerheid te zitten of je wel een sponsor kan vinden? Kun je dan nog wel geconcentreerd trainen?
'Met Sense is een overeenkomst voor één jaar gesloten met een optie voor meerdere jaren daarna, en ik heb nog andere sponsors met langer lopende contracten, dus waarschijnlijk hoeven we volgend jaar niet achter weer een andere sponsor aan. Maar je weet het nooit met een optie, in het verleden hebben we wel vaker meegemaakt dat het beleid van een bedrijf verandert en dat ze dan van die optie af willen. Maar de situatie is financieel in ieder geval veel rooskleuriger dan vorig jaar. Ik heb er ongeveer twee ton van mezelf in moeten steken. Ik moet het nu wel waarmaken en prestaties neerzetten, maar ik maak me er geen zorgen om.' Hij praat rustig en overtuigd. De Haagse bravoure waar hij vroeger bekend om was, heeft plaats gemaakt voor kalme zelfverzekerdheid.
Je jaarprogramma laat zien dat je niet veel tijd in Den Haag doorbrengt.

'Ik ben nu 10 dagen hier in Den Haag, en dat is de langste periode dit seizoen. Vandaar dat het ook maanden heeft geduurd voor dit interview eindelijk kon plaatsvinden. Maar op de Uithof is het veel te druk om geconcentreerd te trainen. Je moet natuurlijk niet elke 10 meter overeind hoeven komen of "hoog-op" roepen. Heerenveen iets rustiger. Maar het liefste train ik in het buitenland. En omdat ik altijd minstens een week in een trainingskamp blijf, is het reizen niet zo vermoeiend.'
Het schaatsen in België zit duidelijk in de lift sinds jouw komst.
'We proberen het te stimuleren. Ze zijn niet gewend om gericht te trainen. Ze stappen op de fiets of op skeelers en rijden klakkeloos een eind weg, tot ze dood op zijn. En er is veel nadruk op gezelligheid. Na de training duikt men het café in voor wat pinten. We houden een paar jongens in de gaten. Er is zeker talent. Die junior die bijna Belgisch kampioen werd, twee jaar geleden op de Uithof, is een goeie.' We grinniken even na over de spanning die Bart toen veroorzaakte met zijn val voor eigen publiek. 'Hij komt later in dit seizoen naar Collalbo, op eigen kosten. Dan traint hij mee en kunnen we hem het een en ander bij brengen. Bij de schaatsclub uit Lommel is het redelijk georganiseerd, die trainen goed op de baan van Eindhoven.'

OS 2002 Salt Lake City
Je hebt veel mensen verrast met je beslissing om door te gaan tot de OS van 2002.
'Ik was zelf ook wel verbaasd. Bij een conditietest met Adrie van Diemen haalde ik mijn beste resultaat ooit. Ik ben nog steeds gretig, ik vind schaatsen hartstikke leuk. Die testen zijn echter een indicatie om door te gaan. Wanneer blijkt dat het op het ijs waardeloos gaat, kap ik ermee. En het is niet zo dat ik nu mijn trainingsopbouw helemaal op de OS richt. Er is een planning gemaakt voor twee jaar, en in 2000 valt de beslissing of ik doorga. Wel ga ik bewust de komende tijd niet naar trainingskampen in hooggelegen gebieden. Hoogtestages zijn extra prikkels voor je lichaam om goed te presteren en die moet je "bewaren" tot een olympisch jaar.'
Het is duidelijk dat je met schaatsen financieel weinig kunt opbouwen. Voetballers en tennissers hoeven na hun actieve carrière niet meer te werken. Hoe ga jij dat doen?
'Daar maak ik me niet te veel zorgen over. Ik zie wel wat er komt. Clinics geven, coachen, PR doen voor een bedrijf, er zijn mogelijkheden genoeg. Ik hou me nu met schaatsen bezig. Als ik nu iets neerzet, kan ik daar later op voortbouwen. We geven nu ook wel clinics. Vanmiddag hebben we er net een gehad, hier op de Uithof. Een PR-bedrijf nodigt relaties uit. Je geeft die mensen oefeningen, we zetten pylonen uit en laten ze ook rechtsom draaien, zodat ze op natuurijs beter uit de voeten kunnen. Ik houd een praatje over schaatsen, techniek en trainingsmethoden. Heel ontspannen.'
Wanneer wist je dat je naar de top zou gaan?
'Als kleine jongen al van acht, negen jaar, wist ik dat ik door wou gaan in sport. Die school, later ook de MEAO, deed ik omdat het moest, dat hoorde er nou eenmaal bij. De wereldtop halen, ik was er zelf van overtuigd dat ik het kon. Fietsen en schaatsen, dat waren mijn sporten. En wanneer iemand vroeg wat ik later wilde worden, begon ik maar over een sportwinkel. Het woord "sport" zat daar in ieder geval al in, en schaatser was nog geen beroep. Het fietsen ging me vroeger beter af. Profwielrennen moest het dus worden, hoewel ik die wedstrijden van 6-7 uur beulen wel erg lang, saai en zwaar vond. Ik had al plannen gemaakt om drie jaar in de Franse heuvels te gaan koersen, dat ging me beter af dan dat fietsen in een waaier in de polder. Maar toen ging het schaatsen ineens vooruit en mocht ik op m'n 16e mijn eerste NK rijden. Werd ik iets van 18e. In de puberteit zijn de onderlinge verschillen enorm groot. Mijn vader hield me steeds voor dat het allemaal nog zou komen. Dat had ik zelf ook wel in de gaten. De tweede keer werd ik 9e en de derde keer viel ik in de prijzen. Daarna is het steeds beter gegaan en zat ik op m'n 19e in de kernploeg.'

Eigen trainingsmethoden
'Mijn vader is een paar jaar beroepsrenner geweest, hij heeft trainingscursussen gevolgd. Samen ontwikkelden we eigen trainingsmethoden. In die tijd was er bij het Gewest looptraining; daar schiet je op het ijs niets mee op, vonden wij. Ik ben nog uit de Gewestelijke Selectie gezet omdat ik niet liep, maar fietste.'
Wat zijn dit seizoen de nieuwste technische snufjes na de klapschaats en strips?
'Zover ik weet, is er niets nieuws. En als ik het wel wist, zou ik dat niet meer van tevoren bekend maken, want vorig jaar stond ineens iedereen in de windtunnel. Eigenlijk zijn dit soort ontwikkelingen pas in een olympisch jaar weer interessant.' Je hebt een tijdje gereden met je hand naar binnen gedraaid, op je bil, maar dat doe je niet meer. 'Het verlies doordat ik krampachtiger ging rijden, was groter dan de winst met de luchtweerstand. Maar bij Marnix, die erg lange armen heeft, blijkt deze houding wel te werken.'
Hoe zie je de toekomst van het topschaatsen?
'De toekomst ligt bij de fabrieksteams. De kernploeg is dan het fabrieksteam van de KNSB, met dezelfde rechten als andere teams. Het systeem is vergelijkbaar met wielrennen waar de Rabobank de bondssponsor is. Voor World Cup, EK en WK moeten gewoon de drie sterkste rijders worden geselecteerd. Wie er op het afgesproken moment van de selectie staan, die gaan naar het kampioenschap. Zoiets als met Ids afgelopen seizoen, zal dan natuurlijk niet meer voorkomen. Als de ISU de fabrieksteams net zo veel ruimte geeft met de pakken als de Bondssponsors, hoeven er geen problemen meer te zijn.'
Waar richt je je op?
'Ik wil bij het WK afstanden bij de eerste drie komen. Bij het allround zie ik wel. Ik ga nog steeds vooruit op de korte afstanden.' Hoe komt dat, is dat conditie door gerichter trainen of techniek? 'Die winst komt vooral uit de techniek, de bochten liepen veel beter. Je werkt voortdurend aan details, aan de laatste 5 procent. Daar kun je winst boeken. Maar je moet oppassen dat je je niet blind staart. Je bent soms zo bezig met die paar procent die niet goed gaat, dat je vergeet dat 95% wèl goed gaat. Dan kun je de pest in krijgen. Vroeger had ik dat erger, dan moest elke trainingssessie, elk wedstrijdje, 100% gaan; dan was ik link als er iets niet lukte.'
Heeft zo’n onderbreking met de Elfstedentocht grote invloed op je prestaties?
'Het heeft drie weken geduurd voor ik weer op mijn oude niveau was. Een week erna, op het EK, was ik nergens. Maar de Elfstedentocht mag je niet missen, natuurlijk. Ik zou het altijd weer doen. Alleen een naderende OS zal me kunnen tegenhouden.'

HVHW
Vind je HVHW een goede vereniging?
'Laat ik vooropstellen dat ik er weinig zicht op heb. Ik ben het een beetje uit het oog verloren. Maar ik vind wel dat er weinig talent boven komt drijven. Van de grootste club in Zuid-Holland mag je toch wel iedere drie jaar een nieuwe rijder bij het NK verwachten. Na de lichting met Ben van der Burg, Conrad, Jac Orie en mezelf is er heel lang niks geweest. Nu komen Vreugdenhil en Barendse, maar daar zit eigenlijk een te lange periode tussen. Ik vind dat HVHW meer een topsportclub moet zijn en niet zo erg gericht op dat sociale gedoe. Het klinkt oubollig, maar ik heb het idee dat we vroeger fanatieker en gedrevener waren. Misschien komt het door de drukte op de baan, is er te weinig gelegenheid om goed te trainen. Maar ik heb de indruk dat de trainers te weinig gericht zijn op topsport.
Natuurlijk, van een werkpaard maak je geen renpaard, maar talent is snel te zien. De talenten lijden onder de niet-talenten. Trainers volgen een cursus A en B, maar dan houdt het op. Ik zie nooit eens iemand stage lopen bij de kernploeg, voor het diploma C. Ook het Gewest laat het afweten. Wanneer je kijkt naar de mensen die de trainers moeten begeleiden en opleiden, die weten niks van topsport, dus wat moet dat met de trainers worden. Er is weinig theoretische geneigdheid, om eens een boek te lezen over trainingsmethoden, voor een technische analyse.
Er zijn überhaupt in Nederland weinig echt goede trainers voor bijvoorbeeld een kernploeg. Je hebt Ab Krook, Henk Gemser en Leen Pfrommer en dan houdt het wel op. Mijn vader kan een persoon goed begeleiden, maar dat betekent nog niet dat hij een goede trainer van de kernploeg kan zijn.'
Het is tijd. Een paar telefoontjes en vier maanden geduld hebben een goed gesprek opgeleverd. We hebben zulke duidelijke antwoorden gekregen, dat we zijn uitgevraagd. Vader Veldkamp komt nadrukkelijk met de tassen aanlopen. Toch neemt Bart nog alle tijd om zich te laten fotograferen. Professioneel, natuurlijk; maar ook zeer coulant, want wat betekent een clubblaadje voor een Olympisch kampioen. Bart zei zelf al dat hij zo'n interview niet meer doet voor een andere vereniging dan HVHW: 'Hier liggen toch mijn wortels.'

Dit interview is gedaan in samenwerking met Elma Straathof.