Hij is een beetje moe, zijn pezen zijn wat uitgerekt. Het is begonnen in
Pinzolo, Italië. Daar werd elk jaar een kampioenschap georganiseerd. Ton heeft
er zes of zeven keer aan meegedaan, de tel is hij ondertussen kwijt. 'Ik heb
daar een Nederlands record neergezet: 275 kilometer. Die wedstrijd is ter ziele
gegaan vanwege de kosten. Het is in Andalo overgenomen, daar heb ik de vijfde
plaats gehaald achter een Fin. Die had meer dan 400 km afgelegd; het is geen
schande als Nederlander dat je minder ver komt.' We hebben het niet over
wielerklassiekers of autorallies, maar over 24 uur langlaufen. Ton Rueck is
ultrasporter. Ik heb een afspraak met hem gemaakt omdat hij kort geleden op de
Uithof weer een etmaal achter elkaar heeft geschaatst. Ik heb een stoel gekregen
en koffie. Vragen stellen is niet nodig.
Noordkaap - Gibraltar
'Ik
heb ook diverse malen meegedaan aan de Wasa-loop, 90 km langlaufen in Zweden,
van Saalen naar Mola. Ze zijn inmiddels aan de 70ste editie, steeds
op de eerste zondag in maart. Ik was de eerste Nederlanden die binnen 125% van
de winnende tijd binnenkwam. In Amerika bestaat een fietstocht van de ene kust
naar de andere. Die is 4700 km. Samen met Martin Feijen hadden we het plan om
die te gaan doen. Martin komt ook uit Den Haag, hij heeft de vijfvoudige
triatlon gedaan, de tienvoudige en de vijftienvoudige. Maar voor de
coast-to-coast heb je verplicht twee volgwagens nodig: een die voor je uit rijdt
en een achter je. Dat zijn dus minstens vier personen. Je moet naar Amerika
vliegen en dan nog een keer terug het hele continent over. Dat werd ons bij
elkaar allemaal veel te duur. Zo zijn we op het idee gekomen om zelf iets in
Europa te organiseren. Van de Noordkaap naar Gibraltar, dat is 6500 km. Als je
op de kaart kijkt, zie je dat de route een mooie rechte lijn is, met Lelystad
halverwege. We hebben de hele route een jaar van tevoren in etappes met de auto
verkend en een routeboek gemaakt. Het startgeld was 1500 gulden, en je was zo'n
10 tot 15 mille aan kosten kwijt. Ik ben commando geweest; ik wist van een
oud-commando dat hij autodealer was. Ik ben bij hem langs gegaan. Toen we wat
hadden bijgekletst, vroeg hij: "Maar wat kom je doen?" Ik heb hem uitgelegd dat
we een volgauto nodig hadden. Hij zegt: "Ik heb wel wat staan, loop maar even
mee." Stonden daar wat busjes. Hij zegt: "Wat is de meest geschikte?" Ik wijs er
een aan: "Zo een zou precies goed zijn." "Kom volgende week maar terug," zegt
ie. Toen ik terugkwam stond daar een bus, gloednieuw, prachtig gespoten. Ik
kreeg hem zo voor niks te leen. Commando's over de hele wereld, je laat elkaar
niet vallen. Toen ik bij het Academisch Ziekenhuis in Leiden solliciteerde, zat
daar een man achter een bureau. Hij bladerde in mijn papieren en vroeg: "Jij
bent commando geweest? Je bent aangenomen."'
Chocomel
en perensap
Ik heb een lichte plek bij het raam gekregen,
voor het schrijven. Aan de meubels en de vloer is te zien dat honden en mensen
in dit huis even veel rechten hebben. 'Voor de tocht van Noordkaap tot Gibraltar
hebben we alle duursporters van over de hele wereld uitgenodigd. Het is
natuurlijk een klein wereldje. Dertig zouden er mee doen. Uiteindelijk stonden
we met negen man aan de start; zes zijn er aangekomen. De eerste 30 km gingen
geneutraliseerd. De echte Noordkaap ligt op een eilandje en we wilden daar
starten. Martin heeft gewonnen, in 14 of 15 dagen, dat weet ik niet precies
meer. Ik heb er 19 dagen, 10 uur en 39 minuten over gedaan. Hij heeft in
Gibraltar op me gewacht. Het eerste deel heb ik zes uur per nacht geslapen, de
rest vier uur. Ik ben niet afgevallen. Ik leef dan op chocomel en perensap, dat
zijn voor mij de ideale dranken. Het was zó goed geregeld. Als ik mijn hand
opstak, kreeg ik drinken aangereikt. Als ik naar het toilet moest, gaf ik een
teken. De wagen reed vooruit, de jongens zetten een teiltje met water klaar. Ik
ging zitten, deed mijn behoefte en kon weer verder. Met slapen net zo, de
jongens reden vooruit en maakten de tent en alles in orde. Ik ging eten en
pitten, ik hoefde me nergens druk over te maken. In Lelystad halverwege, dat was
het meest emotioneel, daar was het thuisfront aanwezig.'
Hij praat op een ultra-manier. Hij begint en gaat gewoon door. 'In ’74 heb ik de
Elfstedentocht gefietst, daarna een rondje om het IJsselmeer, Trondheim-Oslo,
dat is 540 km, en Parijs-Brest-Parijs, 1200 km. Van huis uit doe ik aan
schaatsen en fietsen, lopen vind ik eigenlijk niet leuk. In '83 was ik bij de
eerste triatlon van Almere. We trainden kwartjes in Amsterdam, zwemmen in de
Bosbaan. Toen waren er nog geen wetsuits, de mageren vielen af, die kregen het
te koud. Een keer had ik mijn kaak gebroken. Maar ik was al zover met trainen,
ik wilde per se gaan. Mijn onderkaak was vastgemaakt aan de bovenkaak. Ik heb
het met zwemmen gered tot het keerpunt, daarna kreeg ik wind tegen. Het water
stroomde zo mijn mond in, ik moest onmiddellijk opgeven.' Hij spreekt iets
sneller dan dicteersnelheid en pauzeert nauwelijks. Ik probeer zo goed en kwaad
mogelijk aantekeningen te maken.
Bij de
commando’s
'Ik heb een laag nummer bij de Elfstedentocht.
Dat is de mooiste reünie die er bestaat: ik sta dan in het tweede startvak
achter de wedstrijdrijders, daar kom je alle bekende sporters weer tegen. In 74
was ik bij de eerste alternatieve, Mjosja in Liljehammer. We gingen met 500 man
vanuit Rotterdam, voor 250 gulden. Met mensen als Kruithof en Jeen van den Berg.
Tot ’76 was het in Finland, Lahti. Toen kwamen Canada en Amerika.'
Hoe is
het sporten bij jou begonnen?
Hij kijkt me plots aandachtig aan: '' Waar kom je eigenlijk van?' Ik herhaal
wat ik hem twee weken tevoren door de telefoon heb verteld, over HVHW en ons
blaadje. 'Toen ik 9 jaar oud was, ging ik al mee wandelen met mijn vader, 30
kilometer. Hij deed mee aan de Vierdaagse en de Elfstedentocht. Hij is 90
geworden, dus het moet wel gezond geweest zijn. In 1956 liep ik de alternatieve
Vierdaagse in Amersfoort, 30 kilometer per dag. In 1958 ben ik lid geworden van
Stormvogels op de Laan van Poot. In die tijd won Slijkhuis zilver op de OS. Die
werkte bij Jochems, de rijke familie van renbaan Duindigt.' Als er geen bomen
stonden, zouden we de renbaan kunnen zien. Zijn bungalow staat in het bos
Beukenhorst, op de hoek tussen de Landscheidingsweg en de Rijksstraatweg.
'Ik
ben in dienst gegaan als techneut, maar ik wou bij de commando’s. Ik had
platvoeten, dus ze wilden me zonder meer afkeuren. Ik drong aan. "Oké, maar het
is voor je eigen risico, je krijgt last van peesschede-ontstekingen." Nou, dat
klopte wel. De helft viel af. Je werd volkomen afgebroken, lichamelijk en
mentaal. Dat moet, want als het erop aankomt, moet je feilloos je opdracht
kunnen uitvoeren. Het is een prachtopleiding. Je grens ligt véél verder dan je
denkt. Privé heb ik parachute gesprongen, tot 1974. 45 sprongen, de helft vrije
val. Toen ben ik aan een avondstudie begonnen en heb ik ons huis gebouwd.'
We bevinden ons in een ruim bemeten optrek waar heel wat metsel- en ander werk
in moet zitten. Ik vraag me af waar hij de tijd voor dat bouwen vandaan haalde.
'Ik heb 20 jaar als bouwkundige gewerkt bij het Academisch Ziekenhuis Leiden,
aan renovatie en nieuwbouw. Met mijn 52ste ben ik met VUT gegaan, dat
waren toen nog mooie regelingen.'
Hoogteziekte
'Toen
heb ik in Alaska de McKlinly beklommen, een gletsjer van 25 kilometer, die is
technisch niet moeilijk. Ze vroegen of ik klimervaring had en ik blufte: "Ja".
Hij ligt op de hoogte van Trondheim, 's winters kan het min 60 graden worden. We
moesten alles zelf dragen. Op 5400 meter was een depotkamp. Op een gegeven
moment was er zó'n storm dat de tenten aan flarden gingen. We moesten op de
rugzakken gaan zitten om ze tegen te houden. Daarna kwam Nepal, vliegen naar
Kathmandu. Het begint met lopen door het oerwoud. Voor 13 man hadden we 30
dragers. Het basiskamp was op 5000 meter, op de grens van de morenen. Twee man
moesten worden afgevoerd vanwege hoogteziekte. Ik ben tot 6200 meter gekomen, ik
was volkomen uitgeput. Op zo’n hoogte herstel je niet meer. Ik had heel veel
getraind, marathon gelopen en de Kennedymars: 80 kilometer.’
Zijn vrouw
komt met verse koffie. Ik grijp mijn kans om te vragen hoe de 24 uur schaatsen
dit jaar is gegaan. 'Het was heel zwaar. Ik heb 470 kilometer gereden, vorig
jaar had ik een PR met 517. Toen kon ik me lekker optrekken aan mijn
mederijders. Dit jaar was het na 12 uur beslecht. Maar ik stop nóóit, je moet
het altijd afmaken. Tijdens de verenigingsuren moet je heel geconcentreerd
rijden. Op andere tijden dwalen de gedachten af, je denkt aan een warme douche.
Maar te veel zelfmedelijden is niet goed, je weet dat er een eind aan komt.'
Hoe heb
je je voorbereid?
'Vanwege
mijn leeftijd, boven de zestig, kan je nog maar om de dag trainen.'
Veerboot
gehuurd
'Ik
ben actief in het kerkelijk werk. In 1999 ben ik naar Vogelkop op Nieuw Guinea
gegaan als adviseur bij de bouw van een internaat. Ik kreeg een ontsteking aan
mijn been èn malaria, in korte tijd was ik 15 kilo afgevallen. De dokter zei:
"Als je nog een Elfstedentocht wilt rijden, moet je terug." We hebben een
veerboot afgehuurd, daarna met een straalvliegtuig vanuit Singapore. Vervolgens
twee weken in het ziekenhuis in Singapore en Rotterdam. Sindsdien is hardlopen
er niet meer bij. Ik schaats drie keer in de week: op maandag, woensdag en
vrijdag. Op zaterdag zwemmen voor de niet-gebruikte spieren. Je moet allround
trainen want die spieren heb je nodig als ondersteuning. Vroeger kon dat niet,
vanwege de tijd. Ik heb dit seizoen zo’n 1000 kilometer geschaatst, in
Oostenrijk heb ik een 180 en 200 kilometer gedaan.'
Zo’n
hobby als jij, waar zo veel tijd in gaat zitten, heb je eigenlijk met zijn
tweeën.
'De
regel in dit gezin is: in september gaan we op vakantie. Ik neem altijd skeelers
mee, en de fiets. Er is altijd wel een kwart triatlonnetje of half marathonnetje
om mee te pakken. Op Tweede Pinksterdag ga ik de Elfstedentocht fietsen. Ik heb
al een certificaat voor schaatsen, fietsen en wandelen.'
Gehandicapten
Kun je nog wat meer over de 24 uur schaatsen
vertellen?
'Baselga
heb ik 8 keer gedaan, de laatste keer hebben ze 14 dagen van tevoren afgezegd.
Bij de Uithof zijn ze makkelijk: ze laten het licht branden en er blijft een
deur open. We hebben het nu uitgebreid met een rit van 200 kilometer of korter.
De 24-uursdeelnemers mogen ook tijdens de verenigingsuren op het ijs blijven. De
start is om 8 uur 'smorgens. Erica Terpstra loste het startschot. Ik heb een
digitale klok van de atletiekvereniging. Michel van Osch is al jaren vaste
begeleider, sinds de eerste keer. Je moet elkaar liggen; hij weet precies
wanneer hij iets moet zeggen en wanneer hij zijn mond moet houden. 's Nachts
gaat hij soms een uurtje slapen. Dit jaar ging hij 's morgens gelijk door naar
zijn praktijk (Michel is fysiotherapeut, maar vooral bekend van het startschot
bij de CPC). In Italië was er een hele staf, met een teller voor elke deelnemer.
Op de Uithof moet ik zelf mijn rondjes bijhouden. Dus elke ronde bij een vast
punt indrukken, maar soms vergeet je het wel eens. Dan geef ik mezelf altijd het
nadeel aan de twijfel: ik druk niet voor alle zekerheid nog een keer. Dus
eigenlijk heb ik meer gereden. De Uithof geeft een certificaat, dat kost 5
gulden, maar voor de 24uurs-rijders is het gratis. Radio en TV West zijn er bij.
We rijden vaak voor een goed doel, vorig jaar de Papoea's, dit jaar de
gehandicaptensport. In Wassenaar doen diverse zaken mee, we hebben zo’n 4 tot 5
duizend gulden binnengehaald. Onze nieuwe burgemeester is voorzitter van de
gehandicapten sportbond. In 1997 hebben ze me in Wassenaar tot sportman van het
jaar gekozen, vanwege Noordkaap-Gibraltar. Ik heb één keer Baselga gewonnen en
twee keer de Uithof. Dat lukt nu niet meer want er is te veel concurrentie.'
Triatlonschaatsen
Ik heb je vorig jaar zien rijden, dat is een
heel andere techniek dan het gewone baanrijden.
Hij rijdt extreem rechtop, als een wandelaar, met
een korte slag.
'Je moet het tempo aanpassen. Het is saai, je draait 3000 bochten. Bij de afzet
moet je het linkerbeen slap houden, weinig kracht geven en terug laten slepen,
anders houd je het niet vol. We rijden allemaal op triatlonschaatsen.' Zijn
dat die felgekleurde dingen?
'Ja, de schoen is comfortabeler en dat is nodig, want je voet wordt dikker.
Je hebt ook meer steun in de hoogte. Hij staat iets lager op het ijs. In de
Elfstedentocht is hij ideaal bij het klunen, je schiet de anderen voorbij. Bij
de Noorderrondrit is veel klunen, dat is ook een aangename onderbreking van de
schaatsbeweging. En het leuke is: één reserve-schaats is voldoende. Nieuw kosten
ze rond de 700 gulden. Baanschaatsen zijn iets korter en ronder. Ik rijd er nu 6
jaar op.'
Bidon met
Brinta
Heb je speciale kleding?
'De gewone spullen. Een thermoshirt, Goretex-hes, schaatspak, wielershirt
met korte mouwen. En een fietsbroek zonder zeem, dat glijdt bij het overstappen.
Kruis en dijen smeer ik in met uierzalf. Het schaatspak heeft een rits van
onderen, voor het plassen. Ik ga één keer echt naar het toilet (hij bedoelt voor
ontlasting). Het plassen wordt later in de rit minder. Ik rijd al jaren op
Brinta, dat is drinkbaar, in een bidon met een brede opening. Als je wat hebt
gegeten en gedronken, voel je snel je krachten terug komen. Na afloop neem ik
een uur rust, dan kan ik pas weer eten. Het liefst hartig, vanwege het
zoutgebrek. Dit jaar stond er een tafel met koek en broodjes klaar, verzorgd
door de Uithof. Om 12 uur kom ik thuis, om 3 uur ga ik plat. De volgende dag ben
ik een uur gaan zwemmen, ik had het gevoel dat ik de wereld aankon. De winnaar
van vorig jaar had zes weken nodig om bij te komen, en die van dit jaar heeft
gelijk bij aankomst gezegd dat hij nooit meer wil.'