Forever

Kort geleden was de jongste film van Heddy Honigmann te zien bij de VPRO. Een documentaire over een begraafplaats. Wat valt daar voor spannends van te maken, zelfs al gaat het om Père Lachaise, de fysieke pendant van de Hades als rustplaats voor coryfeeën èn gewone burgers. In O amor natural wist Heddy bejaarden te bewegen om vol vuur over hun liefdesleven te spreken en gepassioneerd te dansen. Dit keer creëert ze leven uit grafzerken.

Ze volgt een Japanse pianiste vanaf het graf van Chopin naar de studio. Een bescheiden jonge vrouw die langzaam ontdooit en laat zien hoe ze elk loopje tot in perfectie repeteert, voor haar vader die te vroeg is bezweken, aan overwerktheid. Tegen het einde van de film zien we haar in de concertzaal, we zitten op het puntje van onze stoel, en horen opgelucht dat de hele Nocturne perfect verloopt. We wisten tevoren dat het goed zou gaan, zo veel had ze geoefend, maar we voelen de toewijding aan haar vader, waardoor elke toetsaanslag een balanceren langs de afgrond lijkt. We ontmoeten drie bejaarde dames in non-descripte jurken die ijverig in de weer zijn met zwabbers, borstels, emmers, bloemen. Als ze naast elkaar verpozen op een bankje, merkt Heddy – afkomstig uit Perú – dat een van hen een Spaans accent heeft. Ze vraagt ernaar.

Op het bankje gezeten naast haar vriendinnen vertelt de vrouw dat zij en haar man gevlucht zijn uit Madrid, vijftig jaar eerder, vanwege Franco. Het verhaal is bekend. Op bedaarde toon gaat ze verder. Achter hun huis was een veldje. Op een dag zag ze hoe na een executie de pastoor opkwam, met een pistool. Hij gaf alle gevallenen nog een laatste schot, voor de zekerheid. ‘Daarom geloof ik niet in god’, zegt de vrouw.

Verder gaat het, naar een Iraanse vluchteling. Hij werkt als taxichauffeur, maar leeft voor het dichten. Zo houdt hij zijn cultuur levend.
‘Wil je iets zingen?’
‘Nee, mijn stem is niet goed.’
Naast de camera zwijgt Heddy.
‘Tja, ik heb geen teksten bij me.’
Het blijft stil.
‘Wat wil je horen?’ Hij schraapt zijn keel en start een weemoedig vers.

De man die door zijn grootvader werd meegenomen naar het kerkhof voor de zondagse wandeling. ‘Toen was de dood nog een onderdeel van het dagelijks leven.’ Hij is zo gefascineerd geraakt dat hij nu rondleidingen verzorgt over het Père. Hij heeft een jong overleden zangeres ontdekt.

Net toen ze na vijftien jaar ploeteren was doorgebroken, stierf ze. Terwijl de camera over zerken glijdt, langs verweerde engelen, gebroken dekplaten, verlepte bloemen, de spelonk van een ernstig beschadigd graf, horen we Danielle Messia, een krachtige stem, maar huilend, op de rand van weemoed, en meer. De melodie is drachtig van tragiek, de tekst is des te schrijnender omdat de kijker weet hoe het de zangeres is vergaan.

Je t’écris de la main gauche
Celle qui n’a jamais parlé
Elle hésite, elle est si gauche
Que je l’ai toujours cachée
Ik schrijf je met mijn linker hand
Die zich nooit heeft kunnen uiten
Ze aarzelt, ze is zo onhandig
Dat ik haar altijd heb verborgen.
Je la mettais dans ma poche
Et là elle broyait du noir
Elle jouait avec les croches
Et s’inventait des histories
Ik heb haar in mijn zak gestopt
Waar ze kwijnde in het donker
Ze speelde met wat krummels
En begon verhaaltjes te verzinnen.
Je t’écris de la main gauche
Celle qui n’a jamais compté
C’est celle qui faisait les fautes
Du moins, on l’a raconté
Ik schrijf je met mijn linker hand
De hand die nooit heeft meegeteld
Zij die steeds de fouten maakte
Tenminste, dat hield men haar voor.

Terwijl de camera verder glijdt, over het mos op brokkelige randen, weggesleten inscripties, een pijltje met ‘JIM’, komt het volgende personage in beeld.

Over tragiek gesproken, we zien Maria Callas, in vervoering zingend. Dan een jazzpianist, kennelijk lijdend aan een versneld verouderingssyndroom, een dwerg met handen van normaal formaat, het uiterlijk van een 70-jarige. Hij speelt de sterren van de hemel. Het beeld zoomt in op een ernstige jongeman, met getrimd haar en baard. Een sombere blik uit diepliggende ogen. Hij vertelt thanatopracticien te zijn, een welluidend eufemisme voor iemand die overledenen een toonbaar aanzien geeft. We zien hem toegewijd bezig met het gelaat van een beeldschone jonge vrouw, haar laatste bewegingen zijn die van haar lippen die zacht meegeven aan het penseel van de man.

Een film die over de kille steenmassa van het kerkhof heen een klemmend en prachtig beeld geeft van het leven.

Nog verkrijgbaar van Danielle Messia: de CD ‘Eternelle’ waarop o.a. Je t’écris de la main gauche

Of luister op https://www.youtube.com/watch?v=hbuU9ni6yHs

Heddy Honigmann ‘Forever’ Cobos Films; http://www.cobosfilms.nl/

Dit bericht is geplaatst in kunst, menselijk met de tags , , , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *